Mijn rechteroor doet pijn. En dat is de schuld van de machinist in mijn terugtrein. Die floot keihard op z’n fluit toen ik langs hem liep. Hard! Niet meer normaal. Het is nu vijf uur geleden en mijn oor suist nog steeds.
Op het perron van Bedum was het. Maandag 24 januari 17.16 uur. Ik nam een trein eerder om met zoontje terug naar huis te kunnen rijden. Hij had voor de tweede keer zwemles. In Bedum stap je uit de trein en dan moet je langs het machinistenhok naar de spoorwegovergang lopen. Die is dan altijd dicht omdat eerst de trein er nog langs moet.
Ik loop dus langs de machinist die uit z’n hok hangt, afstand: een metertje of zo. Op dat moment fluit hij snoeihard. Zeker twee seconden lang.
Pijn! Au! M’n rechteroor. Ik grijp naar m’n oor.
“Hé joh”, zeg ik aangeslagen, te zacht voor de machinist om te horen.
Het raam is al weer dicht en de trein vertrekt richting Delfzijl.
Ik sta te wachten totdat hij voorbij is. En ik heb pijn, ik ben doof en ik ben boos. Hoe kan hij dat nou doen? Knetterhard op je fluit blazen als er reizigers langslopen. Wat maakt ie me nou? Dat kan toch niet in het Handboek voor de machinist staan? Beetje de passagiers een gehoorbeschadiging mee naar huis geven. Met de groeten van Arriva, goede reis naar huis verder!
In de auto op weg naar huis vertel ik het mijn vriendin en zoontje, de muts op de nog natte haren. Hij wil begrijpt er niks van.
“Doet het erg pijn?”, vraagt hij bezorgd vanaf de achterbank.
“Ja.”
“Ben je naar hem toe gegaan?”
“Nee, het ging zo snel. De trein was zo weer weg.”
“Dan moet je een brief schrijven!”
Ik weet niet waar hij het vandaan haalt. Heen en weer op het Hogeland – waarin ik ook twee keer klaag, maar dan over volle treinen – kan hij niet gelezen hebben. Hij kan nog niet eens goed de 6 van de 9 onderscheiden. Maar hij heeft gelijk, die kleuter van mij: ik moet een brief schrijven.
Ik ga een brief schrijven. De NS kreeg deze winter weer alles en iedereen over zich heen omdat ze niet waren voorbereid op de winter, ondanks de vorige. Maar geen kwaad woord over Arriva. De trein was steeds op tijd tussen Groningen en Delfzijl.
Is het bijna voorjaar en ga ik toch nog bij Arriva klagen. Niet over sneeuw of ijs maar over het fluitgedrag van de machinist. Heen en weer op het Hogeland staat bol van grote en kleine ergernissen. Maar sinds het uitkomen van het boek valt er eigenlijk niks meer te klagen, zo ‘smooth’ ging alles. Maar nu niet meer! Ik heb een klacht! Die machinist verdient een oorvijg.