De Slegteman! Daar zit ie. Helemaal alleen op het terras van het cafeetje onder het Noorderstation. De benen over elkaar, net niet in de zon. Het is vier uur op 21 juli.
De Slegteman, éen van mijn hoofdpersonages uit Heen en weer op het Hogeland, de boekverkoper uit de Herestraat (zie Heen en weer op het Hogeland, 10 juni, heen), rookt een sigaartje, merk Elegant, het kistje ligt op tafel. Naast het sigarenkistje ligt de biografie van Willem Elsschot, een Nederlands schrijver, bekend van Lijmen/Het been en Kaas. Da’s ook toevallig, dat boek van Vic van de Reijt heb dit voorjaar van mijn schoonouders voor mijn verjaardag gekregen! Zwaar boek, 400 bladzijden, heel wat dikker dan de boeken van Elsschot zelf. En met een prachtig oranje koordje eraan als boekenlegger.
Even over Elsschot dan maar. Ik wilde eerst een boek van hem te lezen voordat ik aan z’n biografie zou beginnen. Ik had Lijmen/Het been nog ergens in de kast staan, een afgeschreven exemplaar uit de bibliotheek van Stadskanaal, dus die werd het. Ik las het heen en weer naar m’n werk in de trein.
‘Satirische roman over een handige oplichter, die zakenlieden “lijmt” om reclame te maken in een niet bestaand “Wereldtijdschrift”, maar naderhand wroeging voelt.’ Dat stond er in de kaft. Maar deze satire begreep ik niet goed. Of ik heb iets gemist, kan ook. Drama vond ik het, niks aan. Zelden zo’n langdradig saai boek gelezen. Zo langdradig dat het bijna verslavend werd, want ik heb het wel uitgelezen. Ik betrapte me erop dat ik het slot zelfs nog wel grappig vond ook. Ik kan me herinneren dat een vriendje van mij op het Fivelcollege, mijn middelbare school in Delfzijl, z’n boekbespreking over Lijmen/Het been deed. Zal hem nog eens naar zijn oordeel vragen. Hopelijk is de biografie beter.
Terug naar de Slegteman.
De Slegteman blaast de sigarenrook uit z’n mond, neemt een sip van z’n ik denk sherry, witte port zou ook kunnen, en gooit de sigarenpeuk wel vijf meter ver. Onmiddellijk pakt hij het kistje, haalt er een nieuwe sigaar uit en steekt hem aan met een witte aansteker.
Zou hij z’n pijp hebben afgezworen? Hij was zo’n verstokte pijproker.
De Slegteman bladert wat in z’n Elsschot-boek, leest wat, bekijkt wat foto’s en klapt het boek weer dicht.
Zou hij die tweedehands in z’n eigen winkel op de kop hebben getikt?
Opeens is hij weg. Maar z’n boek en sigaren liggen nog op tafel. Even plassen misschien. Of nee, z’n sherry betalen natuurlijk. Z’n trein naar Winsum komt er zo aan.
De Slegteman klimt langzaam de lange Noorderstationstrap naar boven, zònder vouwfiets! Da’s ook wat, zou hij nu lopen naar De Slegte?
Zo hé. Geen pijp en vouwfiets meer, de twee voorwerpen die zo bij De Slegteman hoorden. Er is heel wat veranderd sinds Heen en weer op het Hogeland.