Een beetje duf in de trein zitten is er tegenwoordig nauwelijks meer bij. Ik moet van allerlei functionarissen van alles doen. Mijn kaartje laten zien bijvoorbeeld. Dat is nog tot daar aan toe, dat verwacht ik ook. Tenminste als er een conducteur naast mij staat.
Maar ik moet ook zo vaak mijn kaartje laten zien aan reizigersonderzoekers. Dat zijn meestal wat oudere vrouwen in felrode onderzoeksjassen. In Heen en weer op het Hogeland kun je geen tien bladzijden lezen of daar heb je er weer één. En als het niet om mijn kaartje gaat, is er wel weer een enquêteur die mijn mening wil weten. Wat vind ik van de klantvriendelijkheid van het personeel? De stiptheid van de trein? De rijstijl van de bestuurder? Voel ik mij zeer onveilig tot zeer veilig, weet niet, of n.v.t. tijdens de rit?
Je verwacht dan dat zo’n onderzoek in een la verdwijnt.
Maar dat is niet gebeurd met een onderzoek van de gemeente Eemsmond! Deze gemeente, trotse bezitter van maar liefst vijf stations (ik durf te wedden dat er nergens anders zoveel stations per inwoner zijn), heeft een onderzoek onder de treinreizigers op het traject Roodeschool-Groningen gehouden. Directe aanleiding: een steekpartij op het Uithuizer station waarbij een jongen gewond raakte. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de reizigers zich veilig voelen in de trein en op de stations, maar dat ze zich ergeren aan vervuiling en vernielingen. Ook irritant: te kleine fietsenstallingen, weinig parkeerplekken, onvoldoende schuilmogelijkheden en kapotte kaartautomaten.
Kapotte kaartautomaten? Daar kan elke kaartjeskopende Hogelandster forens over meepraten. In Heen en weer is het al raak op de eerste dag, pagina 6:
“Klinggg! Met een metalig geluid floept onder de tekst ‘Kaartje hoeft niet gepast’ een rood bordje tevoorschijn: ‘Apparaat buiten werking’.”
Dus wat gebeurt er? Er komt een heus convenant!
Een convenant. Nog niet zo lang geleden wist niemand wat dat was. Toen maakten partijen nog gewoon afspraken of sloten ze een samenwerkingsovereenkomst. Tegenwoordig zijn daar convenanten voor. Die worden ondertekend, altijd net als er een fotograaf van de plaatselijke krant in de buurt is. Dit treinconvenant is ondertekend door Arriva, de provincie, spoorwegpolitie, de gemeente Eemsmond en ook nog de NS.
Een convenant, het klinkt nog steeds een stuk minder mouwenopstroperig dan een ouderwetse afspraak of samenwerkingsovereenkomst. Convenant, klinkt als intentieverklaring. Je zegt je best te doen, maar als je even geen tijd hebt, ook goed. Alsof je er zo weer onderuit kunt. Zeker als een ondertekenaar (burgemeester Marijke van Beek van Eemsmond) zegt: “Bijzonder aan het convenant is onder meer dat naast het pakket van maatregelen de verantwoordelijkheden zijn vastgelegd waaraan elke deelnemende partij zijn bijdrage kan ontlenen.” Dat is nog eens klip en klare Jip en Janneke-taal!
Maar goed: er is iets ondertekend en dat moet leiden tot meer veiligheid op de vijf stations in de gemeente Eemsmond. De huidige situatie op de stations is ‘geschouwd’, overdag en ’s nachts. De conclusies (volgens de Ommelander Courant):
Station Warffum
-te weinig fietsenstallingen
-geen officiële parkeerplaatsen voor auto’s
-slechte reisinformatie
Station Usquert
-beter onderhoud groen nodig om gevaarlijke situaties te voorkomen
Station Uithuizen
-wachtruimte is erg vies
Oh ja, het tamponhok van Uithuizen. In Heen en weer op 8 november: “Ik ijsbeer langs de wachtkamer, een ongezellig hok met twee bankjes. Er zit niemand in. Een tampon met een blauw touwtje ligt in een plas water op de brede vensterbank. Het watje staat bol van het vocht.”
(‘wachtkamer’, het staat er echt! Stom woord! Moet zijn: wachtruimte. Of wachthok. Wachtkamer, dat is iets voor een huisarts- of tandartspraktijk. Je tikt het in en je leest er vervolgens achttien keer overheen. En alle meelezers ook. Tip voor boekenschrijvers, zeker debutanten: lees nooit je eigen boek als die al is uitgegeven! Je komt dingen tégen…)
-slecht onderhoud groen
-de vele trapjes naar het station zijn ‘een nadeel van de toegankelijkheid’
Station Uithuizermeeden
-slechte toegankelijkheid tweede perron
-te kleine fietsenstalling
-verroeste fietsenstalling
Station Roodeschool
-vernielingen door afgelegen plek
-donker voorplein
-geen parkeergelegenheid
En nu, deelnemende partijen, als de bliksem dat pakket aan maatregelen uitvoeren! Of anders wel de verantwoordelijkheden nog eens napluizen waaraan jullie je verantwoordelijk kunnen ontlenen! Hup hup! En rap een beetje!
Maaruh, hoe zit het eigenlijk met de stations Baflo, Winsum, Sauwerd, Groningen-Noord en het hoofdstation in Stad? Die liggen ook aan de lijn Roodeschool-Groningen. Daar gaat Marijke van Beek van Eemsmond weliswaar niet over, maar is daar alles al op orde? En is er alleen van alles mis met de stations in de gemeente Eemsmond? Lijkt me niet. Hallo?
Oké. En nu, als toetje voor de Heen en weer-liefhebber: een geschrapte passage uit het boek. Over ook zo’n treinonderzoek! Geschrapt omdat schrijven schrappen is. Omdat een boek ook te dik kan zijn. Omdat een boek door de brievenbus moet passen. Vindt mijn uitgever tenminste.

Tijd: ergens in november. En dan praten we over 2007, mind you! Het is een terugreis. Vertraging: 6 minuten. Controle: nee.
Groningen
Donker is het in de trein. In mijn coupé zijn de meeste lampen uit. Vlak voordat we vertrekken, gaan alle lichten aan.
Ik kijk om en zie een jongen in een oranje hesje papieren uitdelen. Ik hoor hem zeggen: “Wilt u ook meedoen aan een enquête over de kwaliteit van deze lijn?”
Jáááá! Ik wrijf mij in de handen.
“Heel graag. Moet ik hem opsturen?”
“Ik kom hem weer ophalen.”
“Het gaat over de kwaliteit van deze lijn zeg maar. Jullie ook?”
“Geef maar.”
“In het algemeen of deze trein?”
“In het algemeen op deze trein.”
“Bent u op tijd vertrokken?”
“Geen idee.”
“Daar begint kwaliteit mee hè.”
De mensen zijn gretig.
“Hier heb ik nog een potloodje.”
“Ik heb al een keer meegedaan.”
“Nog een keer kan geen kwaad, toch?”
De jongen in het hesje loopt mij voorbij. Dat zou toch niet! Ik wil ook! Hij gaat naar z’n collega verderop.
“Mijn potloden zijn op. Heb jij nog?”
Met nieuwe potloden komt hij weer langs.
Ik steek m’n hand uit.
“Alstublieft.”
Ik krijg een vers potloodje.
De jongen haalt een enquêteformulier uit een Nivea-tas.
Winsum
“Hallo hallo hallo!”
Een mevrouw met een bruine hoed staat op een zwaait met haar enquêteformulier naar de jongen in het hesje.
Als ik m’n formulier teruggeef, zie ik pas dat het op de achterkant verder gaat.
“Hé, het gaat op de achterkant verder!”
“Ja, maar dat geeft niet joh.”
“Geef maar terug, ik wil alles invullen als je het niet erg vindt.”
De jongen met de Nivea-tas en z’n collega staan op het balkonnetje.
“Ik heb nu zestig, hoeveel heb jij?”
“Honderd.”
“Ook de achterkant ingevuld? Mooi, niet iedereen ziet dat.”
Een vrouw met twee volle tassen loopt ver voor Warffum naar het balkonnetje waar de jongen met de Nivea-tas staat. Ze praten wat voordat ze in Warffum uitstapt.
Usquert
We wachten op de tegentrein uit Roodeschool. De enquêteur met de Nivea-tas staat vlak bij mij het gangpad af te speuren naar reizigers die hun formulier willen inleveren. We hebben oogcontact. Ik besluit een praatje te maken.
“Ze willen wel meewerken niet, de mensen.”
“Ja, ze willen allemaal meedoen.”
De jongen vertelt dat hij ook enquêtes op de Arrivalijnen naar Delfzijl en Nieuweschans uitdeelt, maar dat er over de trein naar Roodeschool veel meer wordt geklaagd.
“Ik hoor vooral geklaag over de drukte en het missen van de aansluiting. Dan zijn ze te laat in Groningen om de trein naar Zwolle te halen. Ik heb zelf in Baflo gewoond, ik woon nu in Groningen hoor, maar ik heb heel lang de trein van tien over acht genomen. Altijd vol en altijd vertraging.”
Hij zegt dat hij net met een vrouw had gepraat…
“Die met die tassen die er in Warffum uitging?”
“Ja die ja.”
…die wist te vertellen dat veel mensen uit Warffum niet de trein in Warffum pakken maar met de auto naar Winsum gaan om daar de trein uit Delfzijl naar Groningen te nemen. Dan hebben ze meer kans de aansluiting in Groningen nog te halen.
Ik begin over de extra spitsbussen die Arriva vanaf Winsum naar Groningen inzet. Je maakt een praatje of je maakt hem niet.
”Ja, lijn 65, maar die rijdt alleen maar naar de Grote Markt.”
“Die moet toch naar het station rijden?”
“Dat doet ie dus niet. Ik heb er zelf ingezeten. Ik dacht: moet ik er nu al uit? En toen reed ie leeg naar het station. Echt waar.”
De jongen vertelt dat reizigers tegen hem, de enquêteur, beginnen te klagen.
“Ik mag de formulieren niet inkijken, maar de mensen vertellen mij wel eens wat. Een jongen in Nieuweschans klaagde dat hij z’n tentamens had gemist. En weet je wat ze bij Arriva tegen hem zeiden? ‘Dan moet je een trein eerder nemen.’ Maar dat had ie al gedaan! ‘Daar kunnen wij niks aan doen’, kreeg hij toen te horen. ‘Wij kunnen niks garanderen.’ Dan word je toch afgescheept? Da’s toch lullig?”
Read Full Post »