Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘Treinbabe’

Wat blogde ik nou laatst? “Jammer dat er geen recensies over Heen en weer op het Hogeland zijn geschreven.”

Niet waar! Los van de reacties op deze Heen en weer-website, heb ik er toch eentje gevonden. Kwestie van even selfkickerig googlen op de titel van mijn boek. En dan blijkt een dikke week nadat Heen en weer is uitgekomen een lezer een recensie de boekensite watleesjij.nu heeft geplaatst!

Oké, recensie is misschien niet helemáál het juiste woord. 32 Woorden is wel erg kort voor een recensie. Maar een reactie op zo’n boekensite als watleesjij.nu heet nu eenmaal zo. Ze komt van Mariska Broersma, op het internet beter bekend als Mariska Monster, naar alle waarschijnlijkheid afkomstig uit Roodeschool.
Nu niet meer, ze zit nu in Londen.
Ja Mariska, ik heb het niet kunnen laten enig internetspeurwerk naar jou, één van mijn eerste lezers, te maken.

Mariska. Woont in Londen. Maar niet voor lang. Want straks zit ze in Frankrijk en daarna in de Cariben. Houdt van Nick en Simon, Wie is de Mol en Grey’s Anatomy.
Internet is eigenlijk net een luid gevoerd treingesprek: iedereen mag meegenieten. Even je best doen en je weet alles.
Ze heeft zelfs haar eigen blog http://mariskamonster.wordpress.com !(‘Be a traveler, not a tourist’).

Wat vindt Mariska van Heen en weer? Mariska Monster oftewel Mariska Broersma op watleesjij.nu: “Leuk om sommige forensen te herkennen, omdat je zelf ook elke dag met die trein heen en weer reisde. Ben nu op de helft, maar mijzelf nog niet kunnen ontdekken. Leest makkelijk.”

Dat was alles. Maar genoeg!
Mariska, bedankt. Hoop dat je inmiddels de andere helft ook hebt gelezen. Maaruuh, je hebt mij wel nogal in verwarring gebracht.

Waarom?
Doe mij maar na. Heen en weer-lezers zullen even verbaasd zijn als ik.

Klik op deze link <http://watleesjij.nu/boek/165748/heen-en-weer-op-het-hogeland> .

Je zit nu op watleesjij.nu bij Mariska’s ‘recensie’.

Klik bij reacties op Mariska Monster en je krijgt weer iets watleesjij.nu-achtigs, met opeens Mariska Broersma als naam. Maakt niet uit, we gaan verder met Mariska Monster. Google daarop .

Je krijgt als eerste hit Mariska Monster op Facebook.

Klik <http://www.facebook.com/people/Mariska-Monster/1722032466>!

En?

Je ziet een foto van Mariska’s arm met een tatoeage van… het Oog van Ra!

Gaat er al een belletje rinkelen?

Heen en weer op het Hogeland? 4 Juni? De heenreis? Quote: “Black Magic Woman haalt lippenbalsem uit een klein rood blikje. Dat wrijft ze op haar lippen. Die tatoeage op haar arm, ik kan nu zien wat het is. Het is het Oog van Ra, ik herken het van de musical Aïda.”

En?

Waanzinnig toch?

Black Magic Woman is de nummer één in mijn treinbabetopvijf. En op 4 juni herken ik de tatoeage van Black Magic Woman als het Oog van Ra! Ik heb hem in mijn treindagboekschriftjes ter plekke overgetekend. En nu heeft Mariska Broersma, beter bekend als Mariska Monster, zo’n tatoeage op haar arm. Maar…. Mariska-“Leuk om sommige forensen te herkennen, omdat je zelf ook elke dag met die trein heen en weer reisde”-Broersma is níet Black Magic Woman!

Want: google op ‘Mariska Broersma’ en klik op de eerste hit (Hyves). Dat is niet Black Magic Woman. En ik kan het weten. Ook leuk, Mariska, maar ze is niet Black Magic Woman.

Maar toch. Twee vrouwen die allebei het Oog van Ra op hun bovenarm hebben getatoeëerd… da’s toch wel heel toevallig.

Op 8 november 2009 is Mariska Monster op de helft van Heen en weer. En ze heeft volgens haar recensie zichzelf nog niet kunnen herkennen. Ik herken haar Hyves-foto niet onmiddellijk, maar denk wel aan het Spanje-meisje op de terugreis op 2 april in Heen en weer:
“Ik ga weg volgende maand”, zegt een meisje in zwarte kleren in het gangpad. “Naar Spanje.”
Haar verkering is alweer uit en ze gaat naar ‘helemaal onderaan’ in Spanje, naar Malaga om werk te zoeken. “In een strandtent of zo.”

Hmmm, dat zou best Mariska Broersma/Monster kunnen zijn. Kwa avontuurlijkheid – ze zit in Londen en gaat nog naar Frankrijk en de Cariben en in Barcelona is ze ook al geweest – zou het kunnen. Ik weer niet helemaal zeker of ze het Spanjemeisje is, herken ik haar niet meer. Ik heb haar maar één keer beschreven, op 2 april 2008. Da’s al weer een tijdje geleden.

Twee dingen weet ik zeker. Eén: ondanks die Oog van Ra-tatoeage is Mariska Monster niet mijn Black Magic Woman.
En B: magic is het wel!

Advertentie

Read Full Post »

Even geen liefs van Roelf

Zes boeken heeft hij in zijn rugzak, Lourens, mijn uitgever. Zes exemplaren van Heen en weer op het Hogeland. We zitten in de trein naar Roodeschool. Ik ga voor het eerst ergens over mijn boek praten. Schrijvers doen dat wel eens. En ik heb voor het eerst ook een boek geschreven ja. Dat leek mij ook wel wat: beetje de schrijver uithangen. Beetje knipogen, beetje handtekeningen krabbelen in versverkochte exemplaren. “Voor Patricia.” ”Voor Sterre.” “Voor Berendina.” “Voor Black Magic Woman.” “Liefs van Roelf.” Dat soort werk. Het is maandag 14 december en ik ga naar de bieb in Warffum.

Zes boeken had hij in z’n rugzak, Lourens. De optimist! We hebben er geen één verkocht. In één reeds gekocht boek mocht ik nog wel mijn handtekening zetten.

Aantal luisteraars: zes. Van wie twee vrijwilligers van de Warffumer bieb. “We zijn uitgenodigd. Dan voel je je toch verplicht te komen”, vertelt één van de twee mij.

Het belooft niet storm te lopen; het blijft akelig rustig na openingstijd half drie maandagmiddag, de drukste biebdag van de week, is mij verzekerd.

Een bibliotheekmedewerker neemt de vragen voor het interview nog even met mij door. Goede vragen.

“Max Westerman”, zegt ze plotseling. “Ergens beschrijf je een vrouw die De Graanrepubliek leest. Ik ken dat boek, we lenen het vaak uit.”
“Zal wel ja.”
“Maar dat is van Frank Westerman! Niet Max Westerman.”

Shit. Dat weet ik ook wel. Max Westerman is die RTL-correspondent in Amerika. Tenminste, dat was hij. Maar in Heen en weer op het Hogeland staat dat hij van De Graanrepubliek is. Is niet zo.
“Beetje stom”, geef ik toe.

Ik vertel het Lourens die de beamer voor de diapresentatie van de foto’s van de stations in orde maakt.
“Weet ik ook wel. Ik heb het ook niet gezien.”
Ik zeg dat ik zelf ook al twee fouten in het boek heb ontdekt. Ik blader ik mijn boek. Bladzijde 75, ik heb er met pen een cirkel omheen gezet.
“Een correctiefout”, zegt Lourens. “Vroeger dacht ik als ik weer eens een pil las en één tikfout ontdekte: ‘Wat stom, een fout!’ Nu denk ik: ‘Wat knap. Maar één fout!’”

(Er staat nog een gekke fout in het boek. Huiskamerlezersvraag: waar? Nee, niet “Ik ben.” op pagina 8. Da’s een kwestie van even goed lezen.)

Een oude man levert boeken in. Eentje van Scot Fitzgerald. Vond ie prachtig. En eentje van Heleen van Royen: De Ontsnapping. Halverwege weggelegd, vond ie niks aan.
“Te veel seks zeker?”, zeggen ik en twee biebmedewerkers tegelijk.
“Een beetje vind ik niet erg, maar dit is overdreven.”

We wachten nog even op de bel van tien over drie. Wie weet komen er nog wat leerlingen van Het Hogeland College opdagen dat aan de Warffum-bieb vastzit.

Er komen geen leerlingen. Ik moet concurreren met de debatclub op school, vertelt de bibliothecaris met het VPRO-kapsel. Hij komt uit Zeeland. Tien jaar geleden werkte ik daar. In Gapinge heeft hij gewoond.
“Noord-Beveland”, denk ik te weten.
“Nee, Walcheren. Bij Veere.”

De Zeeuwse bibliothecaris en zijn collega zitten apart van de bezoekers. Zij gaan mij straks nog interviewen.

De oude man loopt naar de deur.
“U gaat al weg”, roep ik, gespeeld verontwaardigd.  “En hier moet het nog beginnen!”
De man zet z’n tas neer, doet z’n jas uit en gaat zitten. Hij is een bekende dorpeling, hoor ik. Voormalig meester van de lagere school hier vlakbij.

Gemiddelde leeftijd van mijn zes bewonderaars: rond de zestig. Nadat ik wat heb voorgelezen, gaat er een vrouw weg, de jongste van het gezelschap. Ze kwam daar trouwens wel om Heen en weer op het Hogeland terug te brengen. Die had ze net uit. Ze vond het een mooi en herkenbaar boek.

Tijdens nog een stukje voorlezen komt er een frisogende man in een roze trui bij zitten die de gemiddelde leeftijd opeens fors omlaag haalt. Ik zit weer op zes bezoekers. Er komen vragen, de meeste van de twee oude mannen op de voorste rij. Vragen en vooral overpeinzingen over vroeger. Niet dat alles toen beter was. Maar de mentaliteit wel! Ook nog in de oorlog. Want als de trein toen te laat was, klaagden de mensen niet zoals nu.
“En ik altijd maar denken dat de treinen in de oorlog juist zo op tijd liepen.”
Ja, ik flap het er ook zo maar uit.De man heeft een voorbeeld van hoe het vroeger niet ging. Zoals die Theo Maassen Patricia Paay behandelde, dat zouden ze vroeger niet zo doen.

De Zeeuwse bibliothecaris en zijn collega stellen mij vragen. Goede vragen, ze zijn echt geïnteresseerd. En ik antwoord.

Dan is het voorbij. De voormalige schoolmeester steekt z’n hand naar mij op en loopt weg. De jongeman in het roze komt op mij af. Uit een papieren zakje haalt hij mijn boek. Of ik er iets in wil zetten voor z’n vader. Die reed ook altijd naar de stad heen en weer. De man is gymleraar en zegt dat hij het leuk vond, mijn optreden. De vader van deze gymleraar krijgt mijn enige handtekening. Geen liefs van Roelf vandaag.

De biebman met het VPRO-haar heeft opbeurende woorden. Heel lang geleden was hij bij één van de eerste optredens van Theo Maassen. De cabaretier werd genadeloos uitgefloten. Theo werd er zo flauw van dat hij wegliep. In de kleedkamer ging hij verder voor de enkelen die hem wel konden waarderen. De VPRO-man was daar niet meer bij. En die Theo Maassen is nu de bekendste cabaretier van Nederland over wie de VPRO-man kan vertellen dat hij bij z’n eerste show was.

Op 15 januari proberen we het nog eens, weer in een bieb. Uithuizen, here I come!

Op maandagmiddag is er geen kroeg in Warffum open. Lourens en ik lopen in de rijpkou naar het station. We staan oog in oog met de coverfoto van Heen en weer. Het bankje, de afvalbak.
“Hier is hij gemaakt.”
De suikerbieten van de foto zijn nog niet gerooid.
“Zijn bieten wintervast dan?”
“Vast wel.”“Misschien zijn het wel geen bieten.”
“Jewel joh.”

Station Groningen, spoor 2. Onze trein wordt de half zes-trein naar Roodeschool. Mijn oude half zes-trein! We stappen uit.

En ja hoor, hoe is het mogelijk, wat een toeval. Ik schrik ervan, daar passeert ze ons, ik zie haar in mijn ooghoek. De Zwartekousenvrouw! Echt gebeurd! De Zwartekousenvrouw stapt in. Zo’n vertrouwde verschijning. Dat ben ik blijkbaar voor haar ook. Want ze kijkt mij aan en kijkt weer weg. Ze kijkt mij weer aan en kijkt opnieuw weg. En dat was het alweer. Van verwarring over de plotselinge ontmoeting met mijn treinbabe doe ik niks. God, wat onhandig allemaal. Net als in het boek.

Read Full Post »