Een Arriva-trein vernoemd naar mij, Roelf Reinders? Als er een deel 2 van Heen en weer op het Hogeland komt, krijg ik m’n eigen trein. Dat beloofde Arriva-directeur Anne Hettinga toen hij op vrijdag 30 oktober het eerste exemplaar van mijn treindagboek in ontvangst nam.
Vrijdag 30 oktober, 8.35 uur
Met twee minuten vertraging – heeft ie anders bijna nooit – reis ik naar Groningen. Om half twee is de boekpresentatie. Maar eerst word ik geïnterviewd op Radio Noord. Het gaat beginnen. Het ís al begonnen. Op de deurmat lag al het Dagblad van het Noorden met een interview met mij over mijn treindagboekproject. Mooi verhaal door verkeerverslaggever Frits Poelman (“De geheimen van pubermeisjes in een treincoupé”) met mijn portret uit het boek. Poelman interviewde mij woensdagavond dik drie kwartier. Een deel van mijn gezicht ‘siert’ ook nog eens de voorpagina van de krant. “Roelf Reinders’ kijk op het spoor.” Naast mij Geert Wilders: “Ik ben niet extreem.” Geert en ik die strijden om de aandacht van de lezer, je moet het een keer gedaan hebben.
9.50 uur
Radiopresentator Eric Bats neemt mij mee naar een radiostudio in de Mediacentrale naast de Euroborg. Ik krijg een hoog glas water. Dat komt wel van pas, mijn mond is droog. We zijn met z’n tweeën. Hij stelt wat vragen over mijn boek. Ik praat een eind weg, dat gaat geweldig. Jammer dat de uitzending nog niet is begonnen. Hij heeft het boek pas vanochtend voor het eerst in handen gehad.
“Wat ga je precies vragen”, wil ik weten.
“Geen idee, dat weet ik nooit”, zegt Bats. “Ik bedenk de vragen altijd spontaan.”
Hij wil dat ik een stukje voorlees. Shit, had ik kunnen verwachten, maar dat heb ik niet voorbereid. Ik blader als een gek mijn boek door. Wat ga ik doen? Wat ga ik doen?
Nieuws. Nog meer nieuws. Muziekje. Praatje. Muziekje. Welkom Roelf Reinders.
“Dag”, zeg ik.
Vraag: hoe ik er toch bij kom om een boek over de trein te schrijven? Simpele vraag, tien keer gerepeteerd, maar ik hoor mezelf “uuuuh” en “nou” hakkelen. Dit gaat niet zo goed. Denk ik. Achteraf hoor ik dat het hartstikke goed ging. En na die eerste seconden ge-uuuh loopt het ook wel gewoon. Ik lees het stukje over de Euroborgbrand voor.
10.25 uur
Afgelopen. Ik ben op de radio geweest. TV-verslaggever Anja Otto stormt de studio binnen.
“Goeie stem”, zegt ze. “Rook jij?”
Anja Otto wil mij nu hebben. Ik wil haar nu ook, ik begin er lekker in te komen. Ik herinner me Heleen van Royen die over de publiciteit voor haar nieuwste boek De mannentester zoiets zei als: “Ik doe alles wat ze willen en zeg alles wat ze willen horen.” Ik test alleen geen mannen, maar treinen in mijn boek.
Ze wil met mij in de trein. We fietsen naar het station.
“Dus ík koop de kaartjes?”, vraag ik bij de automaat. Anja doet of ze me niet hoort en rommelt met haar cameraspullen. Dus ik koop de kaartjes. Dat filmt ze.
We stappen in de trein naar Delfzijl. Beetje gek voor een itempje over de trein van Uithuizen naar Groningen, maar die gaat pas over meer dan een half uur.
Anja Otto is een camjo, ze filmt en interviewt op hetzelfde moment. Als ze filmt, worden haar ogen groot en lacht ze breed. Dat leidt wat af, maar geeft ook het gevoel dat ik goed bezig ben.
Een conducteur! Hij geeft mij een hand. Werkelijk nog nooit vertoond. Hij heeft mij gezien in de krant vanochtend. Leuk stukje vond hij. En Anja maar filmen. Komt hij in het boek voor? Nee, zeg ik. Kan ook niet, zegt de man, want hij werkt pas sinds mei op de trein.
We stappen uit in Stedum, bekend terrein. De conducteur is er ook weer. Mooi werk heeft hij, vertelt hij. Alleen soms jammer van de agressie. En hij legt uit hoe je daar het beste mee om kunt gaan. Of hij het boek gaat kopen? Hij denkt van wel. Of misschien krijgt hij het wel van zijn directeur Anne Hettinga, voor in het kerstpakket. Anja filmpt mooie quotes.
In de trein terug komt de conducteur nog een keer langs. Of Anja zijn naam toch maar niet bekend wil maken. Vanwege de veiligheid. Want je kunt nooit weten. Ik knik. Ook Anja begrijpt dat. In het filmpje komt de conducteur niet sprekend terug. We zien hem alleen lachend uit het machinistenhok komen.
Op het hoofdstation staan de uitgevers. Eén van hen heeft boeken bij winkels in de stad rondgebracht. Bij één winkel wilden ze per se weten of er in het boek wordt gevloekt, anders kwam het boek er niet in.
“De auteur kennende niet”, vertelt uitgever Lourens Vellinga met een stralende glimlach.
Deel II volgt. Met daarin de overhandiging van het eerste exemplaar aan Arriva-directeur Anne Hettinga.
Foto’s: Henk Tammens